Ronde 582
van de Onafhankelijke Radioamateurs Brabant “ORB” 03-08-2016
*
Goedenavond zend, en luisteramateurs,
U
kijkt weer naar de woensdagavond ronde.
En
wij proberen u, zoals bij elke ronde weer wat nieuws te brengen.
Elke
éérste dinsdag van de maand is er een “besloten” bijeenkomst
van
de vriendenkring.
Deze
worden gehouden in het scoutinggebouw van Rey de Carle,
Bladelstraat
2 in de wijk Reeshof te Tilburg.
Op
deze avonden is onze QSL manager aanwezig.
De
bijeenkomsten hebben een vriendschappelijk karakter, waar we
Ervaringen
kunnen uitwisselen, gewoon gezellig bij elkaar kunnen zijn.
Wat
bijkletsen, met af toe een lezing.
En….Dat
willen we graag zo houden
Onze
ronde leider. is vanavond weer Johan PD2JCW.
*Nieuws : Elke eindtrap moet voorzien zijn van filters om de hogere harmonischen uit te filteren
en
zo te voldoen aan de machtigingsvoorwaarden.
In
de regel zijn dat laagdoorlaatfilters, want onder de zendfrequentie valt niets
te filteren.
Bij de opbouw van direct conversie ontvangers zie je dat deze vaak aan de ingang een extra bandfilter hebben,
zodat
je ook de ongewenste signalen onder de gebruikte band uit de ontvanger houdt.
Dit is vooral noodzakelijk bij direct conversie ontvangers met de NE602 aan de ingang,
omdat
het 3e orde intercept punt van deze chip beroerd is.
Teveel signaal aan de ingang geeft dan al gauw problemen,
dus
dat moet je zoveel mogelijk voorkomen.
Het probleem is alleen dat als je een multiband-DC ontvanger wilt bouwen,
je
niet alleen het laagdoorlaatfilter maar ook het bandfilter moet omschakelen.
Ik vroeg me dus af of het niet mogelijk was om een bandfilter te maken
dat
ik zowel voor de zender kon gebruiken als voor de ontvanger.
Daarbij
is het grootste probleem de verliezen in zo'n filter.
Dat
vertaalt zich onmiddellijk in minder Watts in de antenne.
En verder was ik niet van plan om fysiek grote onderdelen
zoals dikke ringkernen en condensatoren met kiloVolt specificaties toe te passen,
omdat
ik niet kwijt kon in het kastje dat ik voor ogen had.
Op zoek naar een geschikte topologie experimenteerde ik met het programma Elsie,
dat
vrij op internet verkrijgbaar is en het ontwerpen van filters een eenvoudige
zaak maakt.
Ik
koos daar voor een "Mesh Capacitor coupled Band Pass filter".
Voor
de "orde" van het filter koos ik 2.
Meestal is "orde" het aantal frequentiebepalende componenten in een filter,
dus spoelen en condensatoren, maar in dit geval is het aantal filtersegmenten,
waarbij een segment gevormd wordt door een seriekring met een condensator en een spoel.
De
opeenvolgende segmenten krijgen dan een condensator naar massa.
Ik begon met het berekenen van een 80m filter met een centerfrequentie van 3600kHz
en
een bandbreedte van 700kHz, en dat leverde het volgende schema op.
Voor de condensatoren in de seriekring nam ik 270pF,
en
de condensator van 759pF werd samengesteld middels een parallelschakeling van
680pF en 82pF.
Dat
maakt 762pF en dat is dicht genoeg bij 759pF (binnen 0,5%).
De berekende response van het filter ziet er dan uit als in bovenstaand plaatje.
Slechts
0,28dB doorlaat-demping, en dat vond ik acceptabel.
Het filter volgens schema gebouwd, en vervolgens gemeten met mijn Sweeperino.
En
dat gaf onderstaand resultaat. 3,6dB demping!
Dat
betekent meer dan de helft van het vermogen weg in het filter!
Dat
is wel héél veel.
Misschien
had Elsie het fout.
Dus modelleerde ik het filter in RFSim99,
een
programma waarmee je schakelingen kunt doorrekenen.
De response van RFSim99 was nagenoeg gelijk aan Elsie,
zie
onderstaand plaatje. Slechts 0,1 dB demping, dus aan de berekening lag het niet.
Ik
had voor de spoelen T50-2 kernen gebruikt.
Dan
moeten er 44 windingen op de kern.
Misschien
was dat een probleem?
Dus
getest met FT50-43 kernen.
Dan
hoeven er maar 5 windingen op, maar het resultaat was hetzelfde.
Wat
ik ook probeerde, ik kreeg het filter niet goed.
Het vergroten van de bandbreedte scheelde wel iets in de demping,
maar
het kwam bij lange na niet in de buurt van de beloofde 0,28dB
Opmerking
bij de Sweeperino response: houd hierbij in het achterhoofd dat ik intern mix
met 80MHz.
Zie
ook de beschrijving van de Sweeperino in het juninummer van de RAZzies.
Je
moet dus 80MHz van de frequentieschaal langs de X-as aftrekken.
Dit
ontwerp leek het niet te gaan worden.
Dus
verder gezocht op internet, en uiteindelijk liep ik tegen de ontwerpen van YU1
LM aan.
Hij beschreef een reeks bandfilters van 1 60-6m met als bijzonderheid
dat
alle drie de zelfinducties in het filter dezelfde waarde hebben.
Daarbij kwamen die waarden ook nog eens lager uit dan bij de Mesh filters,
waardoor
minder windingen op de kernen nodig waren.
En
volgens specificaties was de doorlaatdemping in de orde van 0,3dB.
Alleszins
de moeite waard om hier eens mee te experimenteren.
Ik
begon weer met het 80m bandfilter, en keek met de Sweeperino hoe dit filter zich
gedroeg.
In de screenprint is de verzwakking bij het resonantiepunt niet meegenomen,
maar
de top is gekalibreerd op +3dBm.
De
uiteindelijke verzwakking leek in eerste instantie rond de 1,3dB uit te komen.
Niet wat beloofd was, maar nog altijd beter dan de 3,6dB demping van het Mesh filter.
1,3dB
kan ik op 80m wel missen.
Maar
wat doen de andere banden?
Ik
had filters nodig voor 80m, 60m, 40m, 30m en 20m.
Zoals
je kunt zien, had YU1 LM niet voorzien in de waarden voor een 60m filter.
Maar
ik had ook geen formule waarmee ik zo'n filter kon berekenen.
Ook hier bracht RFSim99 uitkomst: ik interpoleerde wat waarden tussen het 80m
en
40m filter, en na wat spelen met de condensatoren en spoelen kwam daar
onderstaand schema uit.
Ook
hier weer alle spoelwaarden hetzelfde, en ook de rest van de opzet is gelijk aan
de andere filters.
Het berekende resultaat en het gemeten resultaat zie je op de volgende pagina.
Filter
response zoals berekend met RFSim99.
De center frequentie komt uit op 5,36MHz en dat ligt aardig in de 1 00kHz brede band
zoals
we die nu in Nederland mogen gebruiken.
Hier
kloppen de DIFF waarden wel, wat betekent dat de gemeten verzwakking 0,6dB is.
En
dat is heel acceptabel.
Dus
ook 40m gemaakt, en dat leverde onderstaand resultaat op.
Volgens
de meting 1 dB bij 5,866MHz, en dat was 0,8dB bij 7MHz.
Ook
prima voor mij.
Hierboven
zie je het 30m filter, en hieronder het 20m filter.
Ik zie twee veranderingen naarmate de frequentie hoger wordt:
de absolute bandbreedte van de filters neemt toe met de frequentie,
en
de rechter flank van het filter neemt af.
Nou zit de meeste rotzooi altijd. onderin het HF spectrum,
maar
het is wel iets om rekening mee te houden.
Het
-20dB punt ligt bij het 20m filter pas bij 21 MHz en het -30dB punt bij 25MHz.
De onderdrukking van de tweede harmonische is ca. 36dB
en dat is genoeg om aan de machtigingsvoorwaarden te voldoen
(mits
de tweede harmonische tenminste 4dB onder de draaggolf ligt).
Ik
heb nooit achterhaald waarom die Mesh filters niet werkten.
De noodzaak was er niet, omdat de filters van YU1 LM deden wat ze moesten doen.
Voor
alle kernen gebruikte ik T50-2 typen.
Sommigen claimen dat je vanaf 7MHz beter T50-6 kunt gebruiken,
maar
zoals de grafieken laten zien doen deze kernen het uitstekend.
Bij
0,6dB doorlaatdemping hou ik 4,35 van de 5W over.
En
zelfs bij 1 dB blijft er 4 van de 5W over.
Dat
merkt niemand aan de andere kant.
Was
ik nog naar 1 ding nieuwsgierig.
Zoals ik schreef, was het de bedoeling dat dit filter zowel voor zenden
als
voor ontvangen gebruikt ging worden.
Bij zenden worden beide kanten van het filter afgesloten met 50 Ohm,
maar
bij ontvangen wordt de belasting gevormd door de 1 500 Ohm ingangsimpedantie van
de NE602.
Blijft
er dan nog wel wat over van de filter karakteristiek?
Om het effect daarvan te bepalen, veranderde ik de uitgangsweerstand
van
het 60m filter in 1k5, zie onderstaand schema.
Het resultaat is zichtbaar in de schermafdruk op de volgende pagina:
het
uitgangssignaal stijgt bijna 6dB!
De vorm van het filter verandert nauwelijks en dat was waar het mij eigenlijk om ging.
Dat
valt helemaal niet tegen, en dat maakt dit filter heel geschikt voor de
toepassing zoals ik die voor ogen had.
Het
berekenen van het aantal windingen voor de diverse zelfinductie kan je doen met
de Ring Core Calculator.
Probeer
het maar eens! Berekende filter response als 1 kant afgesloten wordt met 1 500
Ohm.
Bijna
6dB winst en geen rare veranderingen in de filter karakteristiek.
Al
de genoemde schema’s vind u bij de Bron
http://www.pi4raz.nl/razzies/razzies201608.pdf
PA3E
*OPA
Vonk En Pim
Pim
stond met een grote ringkern in zijn handen die hij aan alle kanten aan het
bestuderen was.
"Waar
kijk je naar?" informeerde Opa, die voor de gelegenheid zijn soldeerbout
terugzette in zijn standaard.
"Wat
dit moet voorstellen", antwoordde Pim.
"Het
lijkt op een soort uitgangstransformator voor een eindtrap, maar iets zegt me
dat het dat niet is".
Opa
knikte bevestigend.
"Dat
is het ook niet, het is een Balun." Pim fronste een wenkbrauw.
"Een
samentrekking van BALanced, UNbalanced", ging Opa verder.
"Wordt in de antennetechniek gebruikt om van een gebalanceerde antenne
naar
een ongebalanceerde voedingskabel over te gaan.
Worden magische krachten aan toegeschreven, maar hebben dat niet.
Integendeel,
bij verkeerd gebruik doen ze meer kwaad dan goed.
Helaas
weten maar weinig amateurs wanneer ze kwaad doen".
Nu
ging ook Pim's tweede wenkbrauw omhoog.
"En
om het nog makkelijker te maken, is er ook de UNUN", vervolgde Opa.
"Daar is sprake van als een ongebalanceerde bron aan een belasting gekoppeld wordt
die
niet ongebalanceerd, maar ook niet gebalanceerd is.
Dan
spreek je van een "unun" (unbalanced to (partly) unbalanced),
"common
mode choke", "Line isolator" of "common mode suppressor".
Met
de UNUN kan je ook RF ground loops onderbreken.
Het
onderbreken van ground loops heeft tot gevolg dat de Common Mode stroom afneemt.
Dit vermindert de kans op het binnendringen van ongewenste signalen van buitenaf".
Opa
zag Pim's blik nu ook glazig worden, en dat was het teken dat hij teveel in één
keer probeerde te vertellen.
"Ik
zal je het verschil tussen common mode en differentiaal mode proberen uit te
leggen", zei Opa.
"Kijk
naar het plaatje hieronder.
Daar
zie je een typische Balun opstelling.
Aan de linkerkant kan je je voorstellen dat dat de zender is:
die
heeft meestal een ongebalanceerde aansluiting.
Stel
je dan voor dat aan de rechterkant een dipool antenne aangesloten is.
Je spreekt van Common mode als beide poten van de dipool - hier voorgesteld als Zx en Zy -
dezelfde
spanning oppikken en dus op hetzelfde moment positief of negatief worden.
U2 en U2' zijn dan gelijk, en het gevolg is dat
er
in de Balun transformator geen veld opgewekt wordt.
Je
spreekt van Differentiaal mode als de poten van de dipool een verschillende
spanning oppikken.
Dan wordt er wél een veld opgewekt in de Balun transformeren
en
dus energie overgedragen aan de set.
Als de balun gebruikt wordt om een gebalanceerde lijn aan een niet gebalanceerde lijn te koppelen,
dient
I1 = I1’ en I2 = I2’ te gelden.
Anders gezegd: de common mode stroom dient in beide voedingslijnen 0 A te zijn.
Is
dit niet het geval, dan zal ten gevolge van de ongelijkheid een magnetisch veld
rond de kabel ontstaan.
In
geval van HF toepassingen zal dit eveneens gepaard gaan met een common mode
spanning.
Voor iedere voedingskabel die niet moet stralen moeten de stromen
door
de geleiders van de kabel/lijn elkaar opheffen.
De
opgewekte magnetische velden heffen elkaar dan op.
Alleen
heel dicht bij de kabel/lijn kan een veld waargenomen worden.
Bovenstaande
gaat ook op voor coaxiale kabels.
Als de stroom in de binnengeleide niet gelijk en tegengesteld is aan de stroom in de afscherming,
ontstaat
een Elektro Magnetisch veld buiten de kabel, hoe goed die kabel ook is.
Hoe zit het dan bij een gebalanceerde voedingslijn waarbij de stromen wel gelijk zijn,
doch
de spanningen niet exact tegengesteld aan elkaar zijn?
Het is niet mogelijk om over afstanden die niet meer klein zijn t.o.v.
de golflengte de stromen exact tegengesteld aan elkaar gelijk te houden
en
de spanning op de draden niet.
Dit komt omdat de twee draden van de voedingslijn,
altijd
een capaciteit ten opzichte van de omgeving hebben.
Als de spanning op beide draden niet exact tegengesteld aan elkaar is,
is
er een netto capacitief effect naar de omgeving.
Dit
levert een common mode stroom op welke straalt.
Kortom in een gebalanceerde voedingslijn dienen zowel de common mode stroom
als
spanning nul te zijn als je niet wilt dat de lijn straalt.
Bij
een coaxiale kabel is volledige onbalans in de spanning juist noodzakelijk.
De binnengeleide van een coaxiale kabel heeft
uitsluitend
een capacitieve koppeling naar de mantel.
De capacitieve stroom ten gevolge van het spanningsverschil tussen de mantel
en
binnengeleide, wordt netjes via de buitengeleider afgevoerd.
De buitengeleider heeft echter wel capaciteit ten opzichte van zijn omgeving.
Spanning
op de buitenmantel heeft daardoor direct een capacitieve stroom naar de omgeving
tot gevolg.
Omdat bij coaxiale kabels de Common Mode stroom de neiging heeft
om aan de buitenkant van de afscherming te lopen, wordt Common Mode stroom
bij
coaxiale kabels "mantelstroom" genoemd.
In onderstaande figuur is een praktische uitvoering weergegeven
op
basis van een transformator met midden aftakking.
Het gedrag van de balun wordt sterk bepaald door wat men met de midden aftakking doet.
Er
zijn grofweg twee typen baluns.
1. Een type dat de ingangsspanning omzet in twee spanningen
welke
ten opzichte van een zekere ground exact in tegenfase zijn.
Ofwel
U2 ’ = -U2 (ook als ZX en ZY niet aan elkaar gelijk zijn).
Dit
is de spannings balun.
2. Een type dat de stromen I 2 en I 2 ’ aan elkaar gelijk houdt
(ook
als ZX en ZY niet aan elkaar gelijk zijn).
Dit
is de stroombalun, of current balun.
Daarnaast
kan een balun een impedantie-transformatie uitvoeren.
Type 1 Balun. De midden aftakking is aangesloten op klem 1 (de mantel van line 1).
Als
de transformator goed gewikkeld is en ZX = ZY , geldt U2 ’= -U2 en dus ook: I
2 ’ = I 2 .
Ofwel
de netto stroom door line 2 is 0A.
Dit betekent dat het stukje transmissielijn niet straalt
(er
is geen resulterend elektrisch of magnetisch veld).
Als de som van de stroom door de aansluitingen 2 en 2’ 0A is,
is
ook de som van de stroom door 1 en 1’ = 0A (volgens de wet van Kirchhoff).
Dit
betekent dat er geen resulterend magnetisch veld wordt opgewekt.
Omdat line 1 afgeschermd is, is er ook geen resulterend elektrisch veld
ten
gevolge van de binnen geleider van line 1.
Zowel de ongebalanceerde als gebalanceerde lijn wekken praktisch gezien
geen
E en H velden op. (Elektrische en magnetische velden).
Kijk
maar eens naar het plaatje en laat het doordringen.
Laten
we eens aannemen dat ZCOM relatief laag is en ZX < 0.5ZL .
In
dat geval zal nog steeds gelden U2’ = -U2.
Maar
nu geldt: I2’> I2: er is een common mode stroom (die door ZCOM gaat).
Het gevolg is dat een resulterend magnetisch veld opgewekt wordt:
het
stukje gebalanceerde lijn zal stralen.
Doordat I2’en I2 nu niet meer gelijk zijn,
moet
door de midden aftakking een stroom gaan lopen (de verschilstroom).
De
midden aftakking zit vast aan klem 1, weet je nog?.
De
verschilstroom wordt nu onttrokken aan de kabelmantel van lijn 1.
Daardoor
zal I1’ niet meer gelijk zijn aan I1.
Door de ongebalanceerde transmissielijn gaat een common mode stroom lopen,
dus
is er een resulterend magnetisch veld.
Deze
lijn zal nu eveneens een H-veld opwekken (dus stralen).
Aangetoond kan worden dat de common mode stroom die in het stukje niet gebalanceerde Lijn 1 loopt,
voor het overgrote deel door de afscherming loopt
(bij transmissielijn met massieve afscherming aan de buitenkant van de afscherming).
Als gevolg van deze stroom ("mantelstroom"),
ontstaat door de zelfinductie van de kabelmantel eveneens een spanning
over de mantel (ten opzichte van aarde). Ondanks dat de kabel afgeschermd is,
ontstaat
een E- en H-veld!
Onbalans in de gebalanceerde belasting, resulteert bij dit type baluns
zowel
in ongewenste uitstraling van de gebalanceerde als niet gebalanceerde lijn.
En
als lijnen stralen, zijn zij ook gevoelig voor extern aangebrachte velden
(reciprociteit, ofwel omkeerbaarheid).
Onbalans
in de belasting heeft tot gevolg dat de beste kabels hun goede eigenschappen
verliezen.
Het Common Mode probleem in de linkerlijn (kabel) is te verhelpen door de midden aftakking te verbinden
met de ground van ZCOM (en niet met klem 1 van de balun).
Op
een printplaat is dit vaak mogelijk, maar bij antennes heb je vaak niet de
beschikking over de ground van ZCOM .
Type
2 Balun Type twee baluns zorgen dat I 2 ’= I 2 .
Ofwel
de netto stroom (de common mode stroom) door de uitgangsklemmen van de balun =
0A.
De
midden aftakking wordt nu opengelaten (dus kan zweven t.o.v. ground).
U2
’ = -U1 , maar U2 ' -GND <> U2-GND zodra er onbalans in de belasting is.
Als
ZX kleiner is dan ZY zal, omdat I 2 ’= I 2 , de spanning over ZX wat kleiner
zijn dan de spanning over ZY .
Ofwel
er ontstaat een common mode spanning.
Deze common mode spanning zal op enige afstand rechts van de balun leiden
tot
common mode stroom in lijn 2 (capacitieve stroom naar de omgeving).
Het gevolg is dat de gebalanceerde lijn op enige afstand van de balun zal stralen.
Lijn
1 zal niet stralen omdat als I 2 ’= I 2 ook geldt: I 1 ’= I 1 .
Omdat het hier een afgeschermde kabel betreft, zal dit voor de hele kabel gelden.
Conclusies Baluns die balancering in de uitgangsspanning proberen te forceren (spanningsbaluns),
zorgen ervoor dat in geval van onbalans in de belasting zowel de gebalanceerde
als
niet gebalanceerde line een resulterend E- en H-veld opwekken (dus stralen).
Als je kunt beschikken over de ground van ZCOM , kan je ongewenst stralen van line 1 voorkomen.
Baluns die balancering in de uitgangsstroom proberen te forceren (stroombalun),
zorgen
in geval van onbalans, dat alleen line 2 zal stralen.
In line 1 ontstaat geen common mode stroom en deze zal daardoor niet stralen.
Alleen
dicht bij de balun zal door lijn 2 geen H-veld opgewekt worden.
De stroombalun kan gebruikt worden om een ongebalanceerde bron
aan een ongebalanceerde belasting te koppelen waarbij tussen de bron
en
belasting een common mode spanning aanwezig is.
Door deze eigenschap worden stroombaluns ook "UNUN"
genoemd
(UNbalanced to UNbalanced).
In
geval van antennetoepassingen hebben stroom balun's in de meeste gevallen de
voorkeur.
Als een belasting namelijk gebalanceerd is, zal zowel spanning als stroom gebalanceerd zijn
(geen
Common Mode componenten).
Bij andere belasting dan gepland zal een stroombalun
in
de regel voor minder common mode problemen zorgen dan een spannings balun.
Grootte
van de common mode spanning.
Hoe hoger het impedantieniveau, hoe hoger de spanning over ZCOM kan zijn.
1
00W in 50 Ohm is 71 Vrms, maar 1 00W in 600 Ohm is 245 Vrms.
Hoge
impedanties resulteren in hoge spanning over ZCOM .
Een goede balun maken voor een 600 ohm impedantie
is
dan ook een stuk lastiger dan voor 50 Ohm impedantie.
Een
balun aan een halve golf dipool kan zeer weinig verlies geven.
Dezelfde balun aan een hele golf dipool kan zich als dummyload gedragen
omdat
de spanning over de wikkeling dan in de orde van een factor 8 hoger is.
Zowel het eerste als het tweede plaatje suggereren dat de spanning over ZCOM
nooit
groter zal zijn dan U2'-2 (ofwel de uitgangsspanning).
En
dat is niet zo.
Zowel ZX , ZY als ZCOM kunnen reactieve componenten (spoel, condensator)
bevatten
waardoor opslingering kan ontstaan voor de common mode spanning (= spanning over
ZCOM ).
De
common mode spanning kan daardoor véél hoger zijn dan de differentiaal mode
spanning (=U2'-2 ).
Dit
is standaard het geval bij antennes die niet in het midden gevoed worden.
Denk aan: Windom, FD3, FD4, ook Off-Center Fed dipole (OCF dipole) genoemd.
Relatief hoge CM spanning aan de antenne zijde van een balun kan ook ontstaan bij ogenschijnlijk gebalanceerde
(symmetrische)
antennes die scheef hangen of aan een zijde dicht tegen een obstakel zitten.
De
spanning die over de balun staat (dus Ucomsec Ucomprim ), bepaalt hoe goed
de balun moet zijn.
Een
balun in situatie A kan doordoor heel anders functioneren dan dezelfde balun in
situatie B.
Hoe
lager de common mode stroom ter plaatse van de balun moet zijn, hoe beter de
balun moet zijn.
Zowel
type 1 als type 2 baluns kunnen gemaakt worden m.b.v. conventionele
transformatortechnieken.
De laagste frequentie waarbij de werking nog naar behoren is,
wordt bepaald door de zelfinductie van de wikkelingen (in de praktijk moet de impedantie
ongeveer
4x de aangesloten impedantie hebben, dus 200 Ohm bij een 50 Ohm zender).
De hoogste werkfrequentie wordt bepaald door de mate van koppeling (beïnvloedt de spreidingszelfinductie),
draadlengte,
capaciteit tussen de windingen en de capaciteit tussen de primaire en secundaire
wikkeling.
De dissipatieve demping (dus niet de demping door misaanpassing)
wordt veroorzaakt door: capacitieve verliezen in het isolatiemateriaal van het wikkeldraad,
capacitieve verliezen in het kernmateriaal, magnetische kernverliezen,
verliezen
door de draadweerstand (skin effect).
Baluns
en antennes
Veel
baluns worden gebruikt in breedband transistor eindtrappen voor zenders en in
antennes.
Bij het gebruik van Baluns in antennes wil nog wel eens het een en ander misgaan.
Een
aantal zaken passeren de revue:
Een antenne, vooral de relatief smalbandige antennes,
wekken
een redelijk sterk nabij veld op.
Denk
bijvoorbeeld aan een halve golf dipool of een resonante “inverted V”.
Het door de antenne opgewekte E- en H-veld induceert uitsluitend geen common mode stroom in de kabel,
indien de kabel in het symmetrievlak van de antenne ligt.
De kabel dient in geval van een halve golf of kortere dipool,
de antenne haaks te verlaten over een afstand van tenminste de halve antennelengte,
of een kwartgolf.
Zo niet, dan is iedere inspanning om een goede balun te maken
zonde
omdat de antenne rechtstreeks op de kabel instraalt.
Helaas is de ideale situatie niet altijd mogelijk
en
blijkt de antenne rechtstreeks te stralen op de kabel.
Indien het E- en H-veld van de antenne sterke Common Mode stroom in de kabel introduceert,
genereert
Common Mode stroom vanuit de shack een E- en H-veld rond de antenne (de kabel
straalt).
De
antenne pikt dit op en zo komt het bij de ontvanger.
De nadelige invloed van Common Mode stroom en spanning op de kabel is te verminderen
door nog één of meerdere "common mode chokes" (mantelstroomfilters, unun's) te plaatsen
op
een afstand in de orde van 0.25λ van de antenne.
In
veel gevallen bevindt een antenne zich niet vrij van obstakels.
Eén einde bevindt zich bijvoorbeeld dichter bij een obstakel dan het andere einde.
Daarnaast zijn er diverse antennesystemen welke asymmetrisch
gevoed
worden (Windom, FD4, etc).
Bij deze antennes is de common mode spanning aanzienlijk hoger
dan
de spanning tussen de twee voedingspunten.
Hoe meer asymmetrisch (ongebalanceerd) een antenne wordt,
hoe hoger de common mode spanning wordt,
zelfs
al verlaat de kabel/voedingslijn de antenne onder meest gunstige omstandigheden.
Een
FD4 levert bij 1 00W input vermogen in orde van 400Vp common mode spanning op.
Hierdoor verandert de ontwerpprocedure in principe niet,
maar
de spanning over de balun is aanzienlijk hoger dan 0.5*Vpk .
Het
maken van een ferrietbalun die in zo'n situatie nog goed werkt, is best lastig.
Je zult veel ferriet nodig hebben dat ook nog bij de antenne moet zitten
als
je wilt dat je kabel niet meestraalt.
De
current balun zal een Common Mode impedantie moeten hebben van kOhms.
Als je twisted pair gebruikt, is wellicht een extra sleeve nodig
zodat
je draad niet tegen de kern zit (capaciteit, doorslag).
In het algemeen: Spanningsbaluns zullen tot hogere common mode
stroom
in de kabel/voedingslijn leiden, dit is meestal niet gewenst.
Stroombaluns
hebben de voorkeur.
Gevolgen
van misaanpassing
Met een Transmission Line Transformer kan je alleen maar zeer breedbandige baluns
te
maken met impedantieverhoudingen van 1:1, 1:4, 1:9, etc.
Dit
betekent dat je soms enige misaanpassing moet accepteren.
Dit
is vaak geen probleem.
De
antenne zal zelf ook niet over het hele frequentiegebied gelijke impedantie
hebben.
Hierdoor is in de regel aanpassing noodzakelijk bij de zender.
Is
breedbandigheid niet zo van belang, maar perfecte aanpassing wel?
Wikkel
dan een conventionele transformator, of modificeer je antenne-installatie.
Als je bij het ontwerp van een conventionele transformator zorgt
dat
bij de laagste frequentie geldt: ZCORE >3*lijnimpedantie, dan gaat dit heel
goed.
Maak ZCORE niet zo groot mogelijk; dit komt het gedrag voor hoge frequenties
en
de eigencapaciteit niet ten goede.
Misaanpassing heeft altijd tot gevolg dat of een hogere stroom,
of
hogere spanning noodzakelijk is om een zeker vermogen over te dragen.
Antennes die aanmerkelijk korter dan een halve golflengte worden,
hebben
een hoge (capacitieve) ingangsimpedantie (honderden Ohms is geen uitzondering).
Dit heeft tot gevolg dat na aanpassing bij de zender,
een
veel hogere spanning over de dipoolantenne komt te staan (waarvan de helft
“over” de kern valt).
Hou
bij het dimensioneren van je balun rekening met eventueel hogere antennespanning
t.g.v. misaanpassing.
Het
voorkomt dat je kabels smelten door oververhitting van je ferrietkernen.
Het kan ook gebeuren dat je versteld staat van de goede VSWR,
maar
al het vermogen wordt verstookt in je kernmateriaal...
Laat
me eens een voorbeeld geven met een paar getallen, zodat het wat duidelijker
wordt.
Vpk en I pk zijn de maximaal optredende waarden bij de gegeven VSWR
1
00W in 50 Ohm komt overeen met Vpkvswr=1 = 1 00Vp.
Stel je hebt een dipool (met balun boven of onder in de mast)
en
die heeft een VSWR=3 op zijn ingang.
Vervolgens
ga je met een 50 Ohm kabel de shack in.
De VSWR=3 ga je aanpassen met je tuner beneden
in
de shack tot VSWR=1.
De balun kan nu in het ongunstigste geval een spanning ervaren
van
1 00*√3 = 1 73Vpk.
De
warmteontwikkeling in de balun zal nu met een factor 3 toenemen.
Ter
info: deze 1 73Vp komt overeen met 300W in 50 ohm.
In het gunstigste geval ervaart de balun een spanning van 1 00/√3,
maar
dan is de stroom door de balun wel √3 hoger.
Ook als je een balun koopt, dien je naar de VSWR te kijken
die
je thuis verwacht aan te treffen.
Dus als je een 1 00W transceiver hebt, en je wil met een tuner een VSWR=1 0
op
de ingang van je balun aanpassen, dan heb je een balun van 1kW nodig.
Een optie is om een symmetrische tuner te bouwen/kopen en dan van 50 Ohm
symmetrisch naar 50 Ohm coaxiaal te gaan waarbij de balun altijd VSWR=1 ervaart.
Hierbij is het van belang dat de antenne installatie volledig gebalanceerd (symmetrisch is),
aangezien common mode spanning gewoon over de tuner heen loopt,
ook
als je van impedantie wijzigt!
Ga
dat voor jezelf maar eens na.
Bij
HF (dus zeg maar > 2 MHz), is kernverzadiging nooit een beperkende factor.
De beperkende factor is te veel vermogen stoken in een kleine kern
die
daardoor te heet wordt.
In
elke kern treden namelijk verliezen op, en die manifesteren zich als warmte.
Met
HF toepassing kom je met je fluxdichtheid zelden boven de 30 mT.
Doe
je dat wel, dan heb je meestal te veel warmteverlies.
De
verzadigingsfluxdichtheid van de door ons gebruikte materialen ligt boven 300 mT.
Als je het voor elkaar krijgt om in bijv. 43 materiaal 300 mT te genereren
op
bijv 1 0 MHz, dan wordt de kern zo heet, dat je boven het Curiepunt komt.
Bij het Curiepunt verliest de kern zijn magnetische eigenschappen
en
die komen ook niet meer terug.
Loopt
de temperatuur erg hoog op, dan kan de kern zelfs uit elkaar spatten.
Gebruik de Mini Ring Core Calculator (staat in de Download sectie van de website,
of
google er eens op) om te kijken of je kern niet teveel verlies heeft.
Ook bij common mode chokes, die overigens vaak als balun gebruikt worden,
is
kernverzadiging niet aan de orde.
Daar
zit dus niet je probleem.
Dan voor de praktijkmensen een voorbeeld van een balun:
A1
en B1 geven het begin van de winding aan.
Wat
je ook wel ziet, is een stip die het begin van een winding aangeeft.
Deze Balun gebruikt twee wikkelingen van elk 1 2 tot 1 4
en
is gemaakt met tweelingsnoer.
Het
schema is waarschijnlijk nog duidelijker dan te tekening.
De wikkelingen worden strak om de kern gelegd en mogen
niet
over elkaar heen gewikkeld worden.
B2 en A2 komen aan de bovenkant van de kern, en A1
en
B1 komen aan de onderkant van de kern.
met
de binnenader van de coax te verbinden.
Hier
zie je dat er gebruik gemaakt wordt van een FT1 40 kern.
Dat lijkt toch een vrij forse kern,
maar
laten we eens kijken wat er gebeurt bij een beetje misaanpassing.
Daarvoor gebruiken we de al eerder aangehaalde Mini Ring Core Calculator
en
we selecteren de FT1 40.
Onderin vul je 1 2 windingen in en je ziet dat je dan op ongeveer 11 0uH uitkomt.
Nemen
we nu als frequentie 3,5MHz, de 80m band.
Dan zie je dat het programma aangeeft dat de reactantie van de spoel dan 241 9 Ohm is,
en
dat de maximale flux 80 Gauss mag zijn.
Is
de VSWR netjes 1:1, dan hebben we 1 00Vp zoals eerder berekend:
Bij
1 00Vp gaat het precies goed: daar is de flux 66.
Maar
als de VSWR 1:3 is, dan staat er dus 300V over de kern.
De
flux is dan 1 99, de kern wordt heet en je verliest veel vermogen of de kern
spat gewoon uit elkaar.
Zomaar een willekeurig stuk draad aan een balun knopen
en hopen dat de tuner de ergste problemen voor je oplost kan dus wel eens op een teleurstelling uitlopen.
Overigens:
hoe hoger de frequentie, hoe gunstiger het plaatje wordt.
Bij 1 8MHz wordt het break-even punt bereikt: de flux mag bij 1 8MHz 39G zijn
en
is dat ook bij een VSWR van 1:3.
Daarboven
zit je aan de veilige kant.
Realiseer
je dus goed wat je doet, experimenteer en meet!
Pas
dan weet je of watje bedacht hebt, ook gaat werken.
Anders
ben je alleen de atmosfeer maar aan het verwarmen", besloot Opa zijn
verhaal.
Pim
keek hem met bewondering aan.
"Heeft
U dat allemaal zelf bedacht?'' vroeg hij.
"Nou,
niet helemaal", bekende Opa.
"Dit keer heb ik hulp gehad van Wim Telkamp, PA3DJS,
die
al eens iets geschreven heeft over het gebruik van ferrietkernen in breedband
baluns.
Hij weet daar veel meer van dan Opa, en zo steek ik ook nog eens wat op", zei hij.
"Nou,
ik in elk geval ook.
Het is voor mij aanleiding om eens naar mijn InvertedV te kijken,
want die heb ik nu gewoon met een verloopje aan mijn coax geknoopt",
zei
Pim, die aan Opa's veranderende uitdrukking zag dat dat niet helemaal de goede
manier was.
"Ga
jij dat maar eens goed meten en proberen.
Met wat je nu weet, kom je vast wel met een goede oplossing",
zei
Opa, en weg was Pim, op naar een nieuw experiment
Alle
schema’s en voorbeelden over dit Item op http://www.pi4raz.nl/razzies/razzies201608.pdf
PA3E
*Hallo
Edmond
Enkele
maanden geleden kondigde Kenwood een nieuwe porto aan met een nog onbekend type
nummer.
Het
type nummer is nu bekend gemaakt.
Op
de volgende link staat het FCC test rapport.
Meerdere
info zoals brochures zullen wel snel volgen denk ik
Nee het complete rapport hoeft niet vertaald en voorgelezen te worden in de ronde.
Alleen
even vermelden wat het type nummer word (TH-D74A)
Hoogstwaarschijnlijk zal er ook een "E" versie komen voor Europa dus voor de liefhebbers,
het
rapport is hier te downloaden als .PDF file
Waar
ik dit heb gelezen dat spreekt dus voor zich..
http://qrznow.com/th-d74a-kenwood-d-star-ht-144220430mhz-test-report/
'73
Frans PA3CAZ
*
D-STAR, deel 3
D-STAR-netwerken
Ook
al weet je verder niets van D-STAR- netwerken (wat als je nu doorleest gaat ver-
anderen), dan is het belangrijk om te weten dat deze netwerken bestaan,
en
dat er een grote kans is dat jouw repeater deel uitmaakt van zo'n netwerk.
Voor verschillende van die netwerken (REF en DCS) is het verplicht je te registreren;
voor
XRF-reflectors is dit niet nodig.
Door
jezelf te registreren en je instellingen (in het geval van REF) goed te zetten
zorg je ervoor dat alles niet alleen voor jou, maar ook voor de andere gebruikers
van
de repeater goed blijft werken.
Zelfs
als met D-STAR alleen directe verbindingen en verbindingen via een repeater
mogelijk
zouden zijn, zou deze mode al als een vooruitgang ten opzichte van FM gezien
kunnen worden.
Met een bandbreedte die de helft is van een FM-signaal is theoretisch
een halvering van de kanaalafstand in het raster mogelijk, en met een gunstiger
gedrag
bij kleine RF-signalen is het mogelijk om grotere afstanden te overbruggen.
Maar D-STAR biedt naast dit alles ook nog eens de mogelijkheid om verschillende
'netwerkcomponenten'
met elkaar te verbinden, zodat verbindingen over de hele wereld mogelijk zijn.
Er
bestaan twee netwerken voor D-STAR op 'basaal niveau': G2 en ircDDB.
Het
netwerkconcept voor G2 is onderdeel van D-STAR zelf.
De
eerste software voor G2 werd echter door Icom meegeleverd met hun repeaters.
G2
bestaat wereldwijd uit een zogenaamde JAPAN TRUST en een US TRUST.
De eerste voor Japan alleen (D-STAR was in het begin ooit alleen bedoeld
voor
de ruim 600.000 Japanse zendamateurs), de tweede voor de rest van de wereld.
ircDDB is een alternatief voor G2/TRUST dat een aantal jaren later is ontstaan.
ircDDB is opgebouwd rond een beveiligde IRC-chatserver, waarbij de repeaters,
hotspots en reflectoren de chatters zijn die via IRC met elkaar chatten
alsof
het menselijke chatters waren, om zo het netwerk in goede banen te kunnen
leiden.
Callsignrouting
versus linken van repeaters
Met
de twee genoemde systemen kun je
communiceren
via callsignrouting, dat wil zeggen op een repeater een doorgang
houden met de call van een tegen station in het UR-register,
waarbij die doorgang dan aankomt op de laatste repeater waar het bestemmingsstation heeft uitgezonden.
In
feite is dit D-STAR zoals het vanuit de oorspronkelijke gedachte van de JARL was
bedoeld.
Een Amerikaanse amateur, AA4RC, heeft op de manier zoals dat bij IRLP gebeurt
een systeem van reflectors bedacht, D-PLUS,
dat
bovenop deze laag met callsignrouting het linken van repeaters mogelijk maakt.
Dat linken gebeurt dus in een hogere laag binnen het bekende OSI-netwerkmodel.
Het
D-PLUS-systeem werkt met reflectors waarvan de naam met 'REF' begint.
De
eerste zelfbouwrepeaters voor D-STAR maakten, net als de zogenaamde blauwe
dongle,
uitsluitend gebruik van de D-PLUS- reflectors (afb. 6).
Doordat die reflectors in een andere laag werken en gebruik maken van callsignrouting,
kon
je met die eerste repeaters niet van callsignrouting gebruik
Dat werd pas mogelijk met de komst van ircDDB,
het
tweede systeem dat callsign-
routing
mogelijk maakt.
Voor
callsignrouting zijn US TRUST en ircDDB 100 transparant.
Dat wil zeggen dat je dus wereldwijd iedere amateur kunt bereiken
die op een van deze twee netwerken zit. ircDDB heeft een eigen systeem van reflectors,
waarvan
de naam met DCS begint.
Ook de reflectors van zowel D-PLUS als ircDDB zijn onderling transparant;
je kunt vanaf reflectors op het ircDDB-netwerk de reflectors bij D-PLUS linken
en
andersom, en dat geldt daardoor dus ook voor de repeaters en reflectors.
Dit
is logisch: de links bestaan slechts uit callsignrouting-verbindingen, die in
dit geval
niet door de amateurs gemaakt worden, maar door de repeaters
en
reflectors die (virtueel) aan elkaar zijn verbonden via callsignrouting.
En omdat ircDDB en G2/TRUST met elkaar verbonden zijn,
moet
per definitie die functie ook op een hogere netwerklaag werken.
DExtra
en Xreflectors
Tussen het ontstaan van D-PLUS en ircDDB in,
is
er geëxperimenteerd met nóg een netwerk: DExtra.
De
maker daarvan besloot echter op een gegeven moment de boel niet meer te updaten.
ircDDB
is deels gebaseerd op DExtra, dat tegenwoordig als netwerk niet meer bestaat.
De
reflectors van DExtra bestaan echter nog wel.
Dat
zijn de zogenaamde Xreflectors, reflectors waarvan de naam met XRF begint.
Het leuke van die XRF-reflectors is dat ze met zowel ircDDB als met G2 kunnen linken,
maar
dat ze zelf geen netwerk nodig hebben.
De beheerders van D-PLUS en ircDDB kunnen ingrijpen op de reflectors
op hun respectieve netwerk, en zo'n overkoepelend netwerk is er voor XRF niet,
dat
functioneert uitsluitend op de hogere OSI-Iaag waarop de repeaters aan elkaar
linken
Een XRF-reflector is een programmaatje van ruim 100 k groot, dat met iedere
distributie
van de repeatersoftware van G4KLX wordt meegeleverd.
Geef
je reflector een naam, laat hem draaien op een pc en zet de bijbehorende
poorten van je router open, en je hebt er een reflector bij. (Beter is het overigens
om zo'n reflector niet op een thuisaansluiting te draaien,
maar
ergens in een servercentrum met een grotere bandbreedte tot zijn beschikking).
Bij G2/US TRUST en ircDDB gaan er uitgebreide lijsten met de communicatie
op het netwerk de wereld rond: het 'systeem' moet voor callsignrouting immers steeds weten
op
welke repeater een amateur zich bevindt, om zo een oproep op de goede plek te
laten terechtkomen.
XRF
werkt zonder die onderlaag en hoeft zo ook de gegevens niet te verspreiden.
In Nederland worden in recente jaren hoofdzakelijk een DCS
en
een XRF-reflector gebruikt
(afb.
7).
Het is helaas zo dat je een beetje, en soms zelfs heel goed,
moet begrijpen hoe al die netwerken werken als je van de volle kracht
van
alle mogelijkheden gebruik wilt maken.
Dat
is niet altijd eenvoudig.
Natuurlijk kun je ook stellen dat je perfect tevreden bent met het feit
dat jouw lokale repeater gekoppeld is aan één bepaalde reflector
en
daar altijd gebruik van
Veel
gebruikers gaan er op die manier mee om, maar er zijn als je wat dieper in de
materie
duikt veel meer mogelijkheden.
In
het verleden hingen alle repeaters in Nederland vaak aan één reflector.
Tegenwoordig zijn er twee veelgebruikte re- flectors: DCS007B en XRF088B,
waarbij de laatste van die twee ook aan een gelijknamige reflector op DMR gekoppeld is,
zodat
daar verkeer tussen D-STAR en DMR mogelijk is.
Door
deze spreiding lijkt het minder druk op D-STAR.
Daarnaast
zijn er inmiddels meerdere regionale reflectors, die ook druk gebruikt
Aan
welke reflector een repeater of hotspot hangt is afhankelijk van de keuze van
de beheerder, die dat overigens vaak van de regionale gewoontes
en
van de smaak van de gebruikers zal laten afhangen.
Het
is voor gebruikers trouwens eenvoudig om tijdelijk een andere reflector te
gebruiken.
Dat
kan meestal op meerdere manieren, o.a. via DTMF.
Meestal vijftien minuten nadat een repeater voor het laatst lokaal een signaal
heeft
waargenomen gaat een repeater terug naar de 'huisreflector' .
D-RATS
In de loop der jaren zijn er allerlei toepassingen bedacht
voor
de zogenaamde slow-data van het D-STAR-signaal.
Bij slow-data gaat het om de 1200 bps aan data die tegelijk verzonden wordt
met
de 3600 bps waarin de spraak gecodeerd is.
Deze
data worden, samen met de roepnaam informatie en de adresvelden, iedere
uitzending
meegezonden.
In deze slow-data worden overigens ook de gegevens van de gps-ontvanger,
voor
de D-STAR-variant van APRS, D-PRS, meegestuurd.
Er zijn diverse toepassingen voor gemaakt, waaronder ook een webcam-programma.
Dat functioneerde echter vooral goed bij D-STAR met 128 kbps op 23cm,
vanwege
de grotere bandbreedte.
De
bekendste en meest gebruikte mode voor data via D-STAR is D-RATS. D-RATS
is een programma om tekst via de D-STAR- infrastructuur te kunnen verzenden. D-RATS
ondersteunt hiermee een chatfunctie, FTP
(het versturen van bestanden), én het versturen van mails met ofwel een bestaand e-mailadres
en
interactie met het reguliere internet, óf een roepnaam als bestemming via
alleen D-RATS zelf.
Dit
alles gaat, als het via hoogfrequent gaat, met 1200 bps; of met 4800 bps, als
door
keuze
van de DD-modus de spraak van de uitzending wordt uitgeschakeld.
D-RATS kan tegenwoordig ook gebruikt worden uitsluitend via internet,
via
zogenaamde ratservers, die speciaal voor dit doel bestemd zijn.
Remco
Post PE1 PIP PA2JDB
*
CQ-PA zoekt nieuwe hoofdredacteur 28/07/2016 door PH4X
De VRZA is op zoek naar een nieuwe hoofdredacteur voor haar magazine CQ-PA.
Dat
schrijft de vereniging op haar website.
De
huidige hoofdredacteur, Tudor (PD2MAC) neemt na 4 jaar afscheid van de redactie.
Onder leiding van Tudor is het papieren magazine omgetoverd
tot
een online magazine dat tegenwoordig ook voor niet-leden van de VRZA online te
lezen is.
Het bestuur van de VRZA zoekt als opvolger een teamplayer die het redactieteam aanstuurt,
motiveert en het ook leuk vindt om zelf af en toe iets te schrijven.
Daarnaast moet de kandidaat samenwerken met de webredactie
en
de verenigingszender PI4VRZ/A en de banden versterken.
Hamnieuws.
PA3E
*
Agentschap Telecom trekt 229 roepletters in 29/07/2016
door PH4X
Agentschap
Telecom heeft deze week 229 roepletters ingetrokken.
Vermoedelijk heeft de toezichthouder een opschoning in de database gehouden
en de licenties van zendamateurs ingetrokken de jaarlijkse kosten
voor
toezicht á € 31 niet voldaan hebben.
De mutatie is uitgevoerd op dinsdag 26 juli jl.
en
waren een dag later zichtbaar in de database.
Enkele
zendamateurs geven echter aan hier niet van op de hoogte te zijn.
Staan je roepletters in deze lijst en is niet bekend dat deze ingetrokken zijn,
neem
dan contact op
met Agentschap Telecom.
Kijk alvorens dit te doen in het gebruikersregister om te zien
of
de adresgegevens wel correct vermeld staan.
Het
gaat om deze roepletters:
PA0FRX, PA0JNI, PA0PCL, PA0RMJ, PA0RYS, PA0SKW, PA1AAE, PA1AGB,
PA1ALI, PA1DEK, PA1EV, PA1HJ, PA1HUT, PA1HW, PA1JG, PA1KC, PA1KSR,
PA1LCS, PA1TKB, PA1VN, PA1XOR, PA1YRA, PA2BV, PA2GJ, PA2LA, PA2O,
PA3AAN, PA3AOO, PA3AZD, PA3CCT, PA3CNQ, PA3CTX, PA3CZK, PA3DBX,
PA3DCP, PA3DDE, PA3DEH, PA3DUY, PA3DYX, PA3DZN, PA3EUJ, PA3EVN,
PA3EWK, PA3FDK, PA3FEF, PA3FGF, PA3FUL, PA3GEB, PA3GKM, PA3GNP,
PA3GSK, PA3GTU, PA3GTV, PA3GVF, PA3GVR, PA3GVT, PA3GWB, PA3GYR,
PA3HM, PA3LEO, PA3MR, PA3MRX, PA3OZO, PA3SHF, PA3ULK, PA3WJT, PA4AA,
PA4DA, PA4KW, PA4MX, PA4NNX, PA4V, PA5BAS, PA5LV, PA5MC, PA5NIQ,
PA5RD, PA5U, PA5WPM, PA7AA, PA7HK, PA7PCH, PA7RJ, PA7Z, PA8O, PA9RX,
PA9WOR, PB0B, PB9ZR, PC1A, PC1STE, PC2DX, PC3A, PD0BEH, PD0EAW,
PD0FUN, PD0GDV, PD0HAI, PD0HTJ, PD0JP, PD0LHW, PD0MLR, PD0NAB,
PD0NAD, PD0NZH, PD0POZ, PD0PUW, PD0PZ, PD0RMF, PD0RPG, PD0RTT,
PD0RVW, PD0SEK, PD0TOY, PD0TR, PD0WHE, PD0WM, PD0WMZ, PD0YLL,
PD1ABJ, PD1ABR, PD1ACD, PD1AEE, PD1AHQ, PD1AIO, PD1ALX, PD1AOD,
PD1APP, PD1D, PD1DL, PD1FB, PD1LTZ, PD1SGH, PD1SM, PD2ARO, PD2AYZ
, PD2DAF, PD2FJ, PD2GFR, PD2HAB, PD2HVJ, PD2JAN, PD2MJB, PD2NAN,
PD2PG, PD2ROB, PD2RZ, PD2SKZ, PD2WAN, PD2WLC, PD3AEB, PD3CAT,
PD3EEF, PD3HD, PD3JS, PD4CNX, PD4JA, PD4VDW, PD4ZU, PD5AH, PD5T,
PD7AJH, PD7BDN, PD7DIG, PD7FWB, PD7HMJ, PD7ROM, PD8DX, PD9BAA,
PD9WCU, PE1AQN, PE1AQP, PE1ASQ, PE1AYP, PE1AYX, PE1BYH, PE1CUO,
PE1DHA, PE1DMN, PE1EDI, PE1FFB, PE1GRH, PE1HPA, PE1IJE, PE1IML,
PE1IQH, PE1JCM, PE1JGW, PE1JPY, PE1KYQ, PE1LDC, PE1LHV, PE1LKO,
PE1LOZ, PE1LQI, PE1MHD, PE1MLP, PE1MWX, PE1NMH, PE1NSL, PE1ODK,
PE1OKR, PE1ORV, PE1OVO, PE1OWC, PE1POQ, PE1RCL, PE1RCR, PE1RWV,
PE2B, PE2FL, PE2KFA, PE2M, PE2PCC, PE2R, PE2RWV, PE2ZZ, PE3AA, PE4KLS,
PE5CPU, PE8EDU, PE9AB, PF2T, PF7SV, PF9DC, PH0MAP, PH2MQZ, PH3VOZ,
PH5FAC
Update
31 juli:
Twee van de genoemde roepletters zijn inmiddels weer geregistreerd,
nadat
de betrokken zendamateurs na het lezen van deze publicatie actie ondernomen
hebben.
Hamnieuws.
PA3E
*Bericht
van Agentschap Telecom mbt intrekken registraties
Agentschap
Telecom laat ons weten:
Zoals u mogelijk inmiddels hebt gehoord heeft het Agentschap Telecom vorige week
in
hun database een aantal registraties als beëindigd aangemerkt.
Deze
wijzigingen en publicaties daarover hebben tot vragen van radiozendamateurs
geleid.
Vergoedingen
vanaf 2016
Zoals tijdens Prinsjesdag 2015 bekend gemaakt is moet er per 1 januari 2016 betaald worden v
oor
registraties (maritiem en zendamateurs).
In september/oktober 2015 zijn alle registratiehouders daarvan op de hoogte gesteld
middels
een brief. Begin 2016 zijn de rekeningen verstuurd.
In
maart zijn er herinneringen verstuurd en in april de laatste betalingsverzoeken.
Bij het laatste betalingsverzoek is melding gemaakt van het voornemen tot intrekking in geval
van
het uitblijven van de betaling.
Incasso
Een deel van de registratiehouders (waaronder meer dan 200 zendamateurs)
heeft
nog niet aan de betalingsverplichting voldaan.
Agentschap Telecom heeft een incassobureau ingeschakeld
om
het verschuldigde bedrag alsnog te innen.
De
incassokosten die hiermee gepaard gaan zullen op de betreffende
registratiehouders worden verhaald.
Het
incassobureau heeft inmiddels een aantal brieven verstuurd waarin de vordering
is neergelegd.
Intrekkingsbesluiten
De registraties van de registratiehouders die nog niet aan hun betalingsverplichting
hebben
voldaan zullen worden ingetrokken.
Grondslag voor de intrekking is artikel 6, vierde lid, van de Regeling gebruik van frequentieruimte
met
meldingsplicht 2015.
Door een samenloop van omstandigheden zijn de betreffende registraties in onze database
reeds
als beëindigd aangemerkt, terwijl er nog geen intrekkingsbesluiten zijn
verzonden.
De
betreffende registratiehouders ontvangen nog deze week een intrekkingsbesluit.
Gevolgen
van de intrekking voor radiozendamateurs
radiozendamateurs waarvan de registratie wordt ingetrokken mogen niet langer gebruik
maken
van het frequentiespectrum.
De roepnamen van deze radiozendamateurs vervallen en komen beschikbaar
voor
andere radiozendamateurs.
Radiozendamateurs die een nieuwe registratie aanvragen moeten
opnieuw
een vergoeding betalen voor het resterende deel van 2016.
Uiteraard zal ook de openstaande vordering, inclusief verhogingen en incassokosten,
voldaan
moeten worden.
Er
is geen garantie dat de dezelfde roepnaam kan worden verkregen.
In de loop van deze week zal er ook een bericht op de website van het AT worden
gepubliceerd
over dit onderwerp.
Agentschap
Telecom
vrza.nl
PA3E
*Aangetekend
schrijven ex-registratiehouders 03/08/2016
door PH4X
Agentschap Telecom liet eerder deze week weten dan de ruim 200 zendamateurs
waarvan
de registratie ingetrokken is nog deze week aangeschreven zouden worden.
Vandaag
is de toezichthouder hier echter op terug gekomen.
Hoewel een deel van de mensen deze week inderdaad een schrijven ontvangt,
zal
een ander deel dit pas volgende week ontvangen.
De reden hiervoor is dat de toezichthouder de ex-registratiehouders met een aangetekend schrijven op de hoogte gaat brengen
dat hun registratie doorgehaald is. Hiervoor moeten veel handmatige acties gedaan worden en dit vergt meer tijd.
In
totaal gaat het om een 1.000-tal registraties, zo valt te lezen op de website.
Dit
aantal is inclusief de maritieme registratiehouders.
Hamnieuws.
PA3E
*
Aflevering 12 van The TXfactor
28/07/2016 door PH4X
De
twaalfde uitzending van de serie TX Factor, is online gezet door de makers.
In
deze uitzending twee reviews van apparatuur: De Icom IC-7300 en de Sun Expert
Electronics MB1.
Daarnaast
is er aandacht voor amateur satellieten.
Hamnieuws.
PA3E
*
Hallo Edmond
Hier
een link naar een heel kort artikel.
De
MFJ catalogus 2017 is te downloaden, staat best leuke dingen in voor de
liefhebbers.
Waarschijnlijk
zijn de meeste dingen ook gewoon in Nederland te koop bij de bekende firma's
http://www.mfjenterprises.com/catalog.php
'73
Frans PA3CAZ
*Misschien voor sommige van ons nu al weer maar ik hoor er genoeg die
deze
afspraak niet kennen of willen kennen.(PA3E)
Gebruik
van repeaters
Dat
we ons als mens en zendamateur fatsoenlijk gedragen zou een 'open deur'
moeten
zijn.
Niets is minder waar: zoals er in de echte wereld excessen zijn,
komt
dat kennelijk ook wel eens voor op de band, en dus ook bij het gebruik van
repeaters.
Feitelijk behoort iedere zendamateur zich op de banden netjes en overeenkomstig
de
voorwaarden van de registratie te gedragen.
Maak je gebruik van een repeater, dan ben je daar eigenlijk een 'gast'
en
zou je de gastvrijheid moeten waarderen.
Een repeaterhouder heeft bepaalde verantwoordelijkheden en uiteraard
daarbij
behorende bevoegdheden.
Om het geheel duidelijk te maken heeft een groot aantal repeaterhouders
samen
een website gelanceerd met simpele spelregels: http://www.repeater.nl.
Daarop is vermeld dat Agentschap Telecom de verantwoordelijkheid
van
het experiment (dat een repeater is) legt bij de vergunninghouder.
Het
gaat dan om zowel radio technische aspecten als om de inhoud van de
uitzendingen.
De
gedragslijn spitst zich toe op de volgende vier punten:
-
Ik houd het simpel;
-
Ik ben respectvol;
-
Ik geef ruimte;
-
Ik denk aan mijn taalgebruik.
De (aangesloten) repeaterhouders geven aan dat ze in eerste instantie
de
zendamateur die zich niet correct gedraagt, verzoeken het gedrag aan te passen.
Als de beheerder vindt dat de amateur problemen blijft veroorzaken
zal
hem of haar gevraagd worden niet langer van de repeater gebruik te maken.
Eventuele
vervolgstappen worden ook genoemd; Agentschap Telecom geeft immers
aan: 'Mochten de eigen maatregelen niet afdoende zijn, dan kan een onderzoek
worden
aangevraagd bij het Agentschap.'
Een
duidelijk verhaal onder de noemer 'Simpele spelregels zorgen voor duidelijkheid
en
een prima repeaterklimaat'. Chris van den Berg PA3CRX
PA2JDB
*OOK
BELARUS OP 5MHZ Jul 26, 2016
Ook Belarus heeft nu een toewijzing voor 5 MHz amateur radio geratificeerd
volgens
de gemaakte afspraken tijdens de WRC-15
De
toegang voor radio amateurs uit Belarus in de 60 meter band (5 MHz) is als volgt
geregeld:
•
5351.5 - 5366.5 kHz (hele band, dus geen kanalen)
•
50 Watt
•
CW, SSB, Digitale mode
•
Op secundaire basis
•
Alleen voor de F licentie houders
Aldus
volgens Vladimir EU1M
PI4RAZ
PA3E
*ER
VERSCHIJNEN WEER AM-ZENDERS! Jul 27, 2016
Een maand of twee geleden schreven we al dat er een mogelijkheid was gecreëerd
om
met laag vermogen op AM uit te gaan zenden.
Dat
idee lijkt aan te slaan: er zijn al een leuk aantal machtigingen uitgegeven.
Naar nu blijkt is Groeistad Radio , bekend uit de 80-er jaren van explosieve groei van Zoetermeer,
weer
terug in de ether, maar nu op 747AM in plaats van 98,5FM.
Met de 25W die de zender nu heeft zal het bereik niet meer van Amsterdam tot Breda lopen
zoals
in de goeie ouwe tijd, maar in Zoetermeer en misschien omstreken zal de zender
nog wel te ontvangen zijn.
Er
zijn inmiddels een aantal machtigingen verleend voor gebruik van de AM band, zie
ook dit overzicht .
Opvallend is dat er ook een aantal verleend zijn voor de QRP (1W max) frequentie 1485kHz,
waarbij
volgens opgave maximaal 250mW EIRP uitgestraald wordt.
Voor
de MG luisteraar is er in elk geval weer wat te beleven op de AM omroepbanden.
PI4RAZ
PA3E
*
VODAFONE PLAATST SMALL CELLS LANGS ZEEUWSE KUST Jul 28, 2016
In samenwerking met VolkerWessels Telecom heeft Vodafone op 25 locaties
langs de Zeeuwse kust 100 small cells geïnstalleerd bij strandpaviljoens
en
andere bouwwerken op het strand.
Hierdoor hebben Vodafone-klanten op de Zeeuwse stranden van Walcheren
en
Noord-Beverland betere 3G- én 4G-dekking.
Bijkomend voordeel is dat smartphones hierdoor niet meer ongewenst overschakelen
naar één van de Belgische netwerken en dat het alarmnummer 112 beter bereikbaar is
voor
klanten van alle mobiele operators.
Door de hoge duinen kunnen reguliere zendmasten aan de landzijde
niet
of te weinig bereik bieden op het strand.
Smartphones pikken daardoor eerder het sterkere signaal van Belgische providers op,
dat
vaak wél zonder obstakels - namelijk over het water - de Zeeuwse kust kan
bereiken.
Vodafone zet als antwoord daarop small cells in, die vanwege hun eigenschappen
(compact, licht en gering zendvermogen) nagenoeg ‘onopvallend’ gemonteerd kunnen worden
op
het strand zelf, waar vanwege het beschermd natuurgebied geen reguliere
zendmasten geplaatst mogen worden.
PI4RAZ
PA3E
*
Een beetje nostalgie
Voor
de echte radioamateur is er nu een USB flash drive in de vorm van een echte
radiobuis verkrijgbaar.
Gelezen
in DKARS magazine.
De
firma SlavaTech verkoopt USB sticks in de vorm van radiobuizen.
De
sticks komen in diverse capaciteiten en modellen van radiolampen.
Ook
een 4 poort USB hub kan versierd worden met een gloeienderadiolamp.
Prijzen
variëren globaal van 35 tot 81 euro.
(ETCY.com)
RTTY
bulletin PI4WNO PA3E
*Zendamateurs
actief tijdens Hellevoetse Vestingdagen 02/08/2016 door PH4X
Van
19 tot en met 21 augustus vinden weer de jaarlijkse Hellevoetse Vestingdagen
plaats.
Een bruisend evenement waarbij veel te zien en te doen valt voor jong en oud.
Zendamateurs en elektronicahobbyisten kunnen terecht op onze elektronicarommelmarkt
en de operators van clubstation PI4ZHE activeren lichtschip “Noord Hinder”
en
doen vanuit het clubgebouw mee met het International Lighthouse & Lightship
Weekend (ILLW).
Bezoekers zijn daarbij welkom op de open dagen op zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur
en
op zondag van 10.00 tot 15.00 uur.
Meer
informatie is te vinden op de website: ezhe.nl.
Hamnieuws.
PA3E
*De
48e DNAT in Bad Bentheim 01/08/2016 door
PH4X
Over enkele weken vinden de Deutsch Niederlandische Amateurfunk Tage georganiseerd
in
het Duitse Bad Bentheim, met over de grens bij Oldenzaal.
Hoewel het programma meerdere dagen duurt beperken wij ons tot de drukste dag:
de
dag waarop ook de vlooienmarkt plaatsvind.
In
2016 is gekozen voor zaterdag 27 augustus.
Meer
informatie over het treffen is te vinden op
deze website.
Hamnieuws.
PA3E
In
Engeland is toezichthouder OFCOM een consultatie gestart.
Zij
is van plan de wifi band uit te breiden en dat moet gebeuren binnen de 6cm
amateur band.
Een
uitbreiding die voor de hand ligt, niet alleen in het Verenigd Koninkrijk.
Inmiddels
hebben de RSGB en Amsat UK bezwaar gemaakt tegen een eventuele allocatie.
Met
name omdat de satellietband en het weak-signal gedeelte getroffen zou worden
door storing.
Op
de website van de RSGB is meer
informatie te lezen.
Hamnieuws.
PA3E
*Moppen
van de week:
Ik
lig op bed en ik denk aan je.
Hoe
je onverwachts langs kwam gisteren.
En
hoe graag ik je wel niet zou vastpakken en fijn knijpen.
Wat
er gisterennacht gebeurde in bed kan ik niet vergeten.
Ik
voel mijn lichaam nog steeds daar waar je me aanraakte.
Je
kwam uit het niets en met je gulzige mond ging je schaamteloos over mijn
lichaam.
Je
maakte me helemaal gek.
Uiteindelijk
viel ik en slaap en toen ik wakker werd was je
weg.
Ik
zocht nog naar je, maar tevergeefs.
Mijn
lichaam vertoont vaag tekenen van je enthousiasme, waardoor het nog moeilijker
is om je te vergeten.
Vannacht
zal ik echter wakker blijven en je opwachten.
En
nee hoor Frans heeft geen vriendin.
Voor
het geval iemand denkt, over wie heeft hij het??
nou over die
VERVELENDE
ROTMUG........
'73 Frans PA3CAZ
Sociale
media huwelijk:
Dochter:
"Pap,
ik ben verliefd op een jongen die ik heb leren kennen op een dating site,
we
werden vrienden op Facebook,
en
we hebben al veel gekletst via What's app.
Hij
heeft me een aanzoek gedaan via Skype
en
we hebben erover gebeld via Viber.
Geef
jij ons je zegen over ons huwelijk?"
Vader:
"Wauw fantastisch,
ik
zou zeggen:
Geef
je ja-woord via Twitter,
beleef
je huwelijksnacht via de webcam,
bestel
kinderen met Ideal.
En
als je genoeg hebt van je man;
verkoop
hem dan op Marktplaats!"
Lachjekrom
PA3E
Een Belg besluit te gaan solliciteren bij de NS voor een baan als machinist.
Onze vriend wordt aangenomen
en mag de trein van Eindhoven naar Amsterdam besturen.
De trein is nog geen vijf kilometer ver en komt dan tot stilstand.
De hoofdconducteur, op de hoogte van de nationaliteit van de machinist,
krijgt
er de smoor in.
"EAARRGH!!!
Belgen, heb ik dat weer!!"
Hij
roept de machinist op, maar die reageert niet.
"Hij
zal toch niet dood..."
Ten einde raad loopt de hoofdconducteur over de spoorbaan naar de locomotief.
Daar
ziet hij de Belg, frunnikend aan de wielen.
"Man, ben je gek?
Waar
ben je nu weer mee bezig?"
"Allez
mijnheer, hebt ge dan niet gemerkt dat die trein zo schudde en trilde?"
"Maar
dat is toch normaal voor een trein?"
"Welnee, ge begrijpt het niet!
Kijk naar die wielen, ge rijdt op uw velgen,
ALLE
banden hebt ge kapot gereden!"
Lachjekrom
PA3E
*Heeft
ook u iets te koop.
Of
weg te geven of u zoekt iets.
Misschien
hebt u informatie nodig?
Laat
het weten via het ORB e-mailadres wij nemen het dan op in de ronde.
Misschien
kan een medeamateur u helpen
*Zo
nu zijn we weer aan het einde gekomen van deze 582e
ronde.
Johan
PD2JCW,
en
onze vast copy leveranciers
wensen
u nog een prettige avond verder.
Tot
de volgende Ronde maar weer.
Terug
naar de Ronde